Johnny

muziek:
Jan Kokken

tekst:
Youp van 't Hek


Johnny is die negerjongen bij me uit de straat
Die vaak uren op een bankje zit te staren
Hij is heus niet ontevreden over ’t winterig klimaat
Kan zijn onvrede niet helemaal verklaren

De buurt is best wel aardig, zit ‘m soms ook op de kop
Noemt ‘m dan: Idi Amin, of vertelt een negermop
Maar hij lacht dan want hij weet wat ze bedoelen
Dat ze best wel een beetje voor ‘m voelen

Johnny is die negerjongen bij me uit de straat
Die met een premie hierheen is gekomen
Die op de hoek van ‘t plein vaak uren tegen ‘t muurtje staat
Waar zou Johnny dan van dromen?

Sommige kinderen amper twaalf komen langs en roepen: "Hé!
Jij droomt zeker niet van werken, jij denkt vast aan www"
Maar hij lacht dan want hij weet dat ze ‘m niet haten
Maar hun vaders na lopen te praten

Maar als men Johnny dan met de tram wel eens ziet komen
Dan kijkt men niet meer chagrijnig en gedwee
Men houdt meteen de hand op de stiletto
en de andere op de portemonnee
Vrouwen klemmen hun hond plots stevig tegen zich aan
En niemand die durft vlak voor hem te staan

Johnny is die negerjongen bij me uit de straat
Die al duizend maal heeft mogen solliciteren
Maar we zijn Hollands genoeg om te weten hoe het gaat
Dat we dat van Johnny best waarderen

“Meneer, u toont uw goede wil”, wordt er tegen hem gezegd
Maar de bedrijfssituatie wordt daarna uitgelegd
Dat ze liever geen Surinamers meer nemen
Eén zo’n zwarte in de ploeg geeft meestal problemen

Johnny is die negerjongen bij me uit de straat
Die vaak uren op een bankje zit te staren
Hij is heus niet ontevreden over ’t winterig klimaat
Kan zijn onvrede niet helemaal verklaren

Johnny is die negerjongen bij me uit de straat
Die de grappen niet altijd kan waarderen
Maar die daar met niemand
Echt over praat