Kamertje van toen

muziek:
Ton Scherpenzeel

tekst:
Youp van 't Hek


Het kamertje van toen was amper vier bij vier
We hoefden toen nog nergens op te letten
Er hing een muffe lucht van oud en verschraald bier
En van honderdduizend sigaretten

Het kamertje van toen, daar werd gediscussieerd
We hadden last van grote idealen
Gefluisterd en geschreeuwd, elkaar de les geleerd
En we vertelden sterke verhalen

Het kamertje van toen, we waren vaak met veel
Want iedereen kon altijd blijven eten
Barsten in de borden, geen kopje was er heel
Die waren bij de ruzies stukgesmeten

Het kamertje van toen, het was er altijd bal
We feestten daar tot in de kleine uren
We dronken en we schreeuwden in die gore zwijnestal
En dat tot grote wanhoop van de buren

Het kamertje van toen, het is er echt nog steeds
Het hangt in mijn herinnering hierboven
Ok, de idealen, die zijn misschien wat sleets
Er is niet veel meer om nog in te geloven

Maar het kamertje van toen blijft altijd in m'n hoofd
En er wordt door mij nog zo vaak in gezeten
En er wordt nog in gelachen en heel veel in beloofd
Het kamertje ik kan het niet vergeten

En over twintig jaar ben ik de tachtig gepasseerd
Mijn vrouw en ik wij wonen niet meer hier
Dan is in Huize Avondrood een plekje gecreëerd
Een kamertje van amper vier bij vier