Altijd dorst

muziek:
Ton Scherpenzeel

tekst:
Youp van 't Hek


Altijd dorst, altijd dorst
Altijd dorst en altijd wat
Ach je ziet ze zo vaak lopen
Het scharrelt door de stad
Vraagt voorzichtig om een euro
Staat daar bij de Albert Heijn
Een euro voor een biertje
Of een fles goedkope wijn
Met zijn allen op een bankje
Lege flessen om hen heen
Met zijn allen, met zijn allen
Maar verschrikkelijk alleen

Altijd wat, altijd wat
Altijd wat en altijd dorst
Ja zo gaan ze door de zomer
Of door zeven graden vorst
Door de herfstige regen
Door de hagel en de sneeuw
Hij murmelt en mompelt
Soms een zucht, soms een schreeuw
Hij schijnt ergens te slapen
Hij moet iets iedere nacht
Hij schijnt ergens te slapen
Daar waar niemand op hem wacht

Drinken, drinken, dronken drinken
Nog een blikje, nog een fles
Drinken, drinken, dronken drinken
Nou nog eentje, dan nog zes
Nou nog zes? Oké nog zeven

Ach we zullen het wel zien
Dronken drinken op het leven
Vanaf 's ochtends half tien
Wanneer is het ooit begonnen
Wanneer was nou het begin
Was er ooit een keurig leven
Met een baan en een gezin
Zijn er zonen, zijn er dochters
Zijn er zusjes, zijn er broers
Zijn er ergens nog vrienden
Is er nog iemand nog jaloers
Op zijn eenzaam dronken leven
Op het straalbezopen zijn
Op het handje op die euro
In een hoekje van het plein

Altijd wat, altijd wat
Altijd dorst en altijd lam
In Parijs en ook in Moskou
In Madrid en Rotterdam
Buenos Aires, Vladivostok
Kopenhagen en Florence
Het is echt van alle steden
Allemaal heel weinig kans
Het zijn opgejaagde dieren
Met hun niet te lessen dorst
Niks te leven, niks te vieren
Er wordt enkel maar gemorst

Drinken, drinken, dronken drinken
Nog een blikje, nog een fles
Drinken, drinken, dronken drinken
Nou nog eentje, dan nog zes
Nog nog zes? Oké nog zeven
Ach we zullen het wel zien
Dronken drinken op het leven
Vanaf 's ochtends half tien
Taxi's toeteren zich verder
Alle trams die zitten vol
Fietsers fluiten, fietsers bellen
Ja de fietsers trappen lol
Ik zie louter jonge mensen
Onderweg naar een mooi feest
En de dronken drinkers kijken
Heel verloren en verweesd

Altijd dorst, altijd dorst
Altijd dronken, onbekwaam
Al die scharrrelende schooiers
Al die mensen zonder naam
Ik ga er niks over zeggen
Geen schijnheilige moraal
Het had mij kunnen gebeuren
Jullie ook, ons allemaal

Daarom fluister ik bescheiden
Niet te stoer en niet te flink
Dat ik bijna alle dagen
Alle dagen op ze drink