Oude man

muziek:
Ton Scherpenzeel

tekst:
Youp van 't Hek


Oude man in de hal van het station
Kijkt naar de veel te grote klok
Leunt op een been en op een stok
Weet dat op elk perron
Een trein vertrekt naar daar waar hij wil wezen
Naar zijn overleden vrouw en kind
Hij vreest niet hij heeft niets te vrezen
Niets te verliezen dus hij wint alleen maar
Door de sprong te wagen
Maar springen gaat heel moeilijk met zo'n stok
En aan wie kan je dat duwtje vragen?
Er staat een oude man te kijken naar de klok

Oude man in de hal van het station
Kijkt wanhopig naar de hordes mensen
Niemand begrijpt iets van z'n wens
Hij wil naar dat perron
Hij heeft z'n oudste broer dement zien worden
Zijn zus is doof en ook nog bijna blind
En hij is op z'n been na goed in orde
Niets te verliezen dus hij wint alleen maar
Door de sprong te wagen
Maar springen gaat heel moeilijk met zo'n stok
En aan wie kan je dat duwtje vragen?
Er staat een oude man te kijken naar de klok

Vroeger had ie last van angsten
De dood was een tiran die zei: 'Je moet'
Van al z'n vrienden was ie veruit de bangste
Maar nu wil ie als voorste in de stoet
Vertrekken naar een beter leven
Naar z'n vrouw en naar zijn kind
Hij kiest de trein van negen over zeven
En denkt dat hij die waagt, heel zeker wint

Alles is beter dan verpleegtehuizen
Denkt ie als ie staat op dat perron
Wat zal hij horen een krachtig suizen?
Hoe gaat de lucht uit de ballon?
Hij valt met zijn twee benen
Precies verkeerd onder de trein
Zodat alleen z'n benen zijn verdwenen
En hij er nog een jaar of acht moet zijn

In het tehuis zegt men:
'Die man die heeft geen leven
Daar ligt ie in een bed niet in de goot'
En acht jaar later om negen over zeven
Gaat hij natuurlijk... dood