Interviews
HOME
COLUMNS
SPEELLIJST
PROGRAMMA'S
BOEKEN
CD'S
DVD'S
OVER YOUP
Libelle - 28 februari 2020


Youp van 't Hek (66): "Ik ben niet sentimenteler geworden, dat was ik al"


Cabaretier Youp van ’t Hek (66) geeft al jaren zijn ongezouten mening. In zijn shows en in zijn columns in NRC. De meest recente werden gebundeld in Lonely at the top. In Libelle reageert de cabaretier op een aantal pittige citaten.



“Het idee dat het leven vooral leuk moet zijn is dé ziekte van deze tijd” - de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter.

“Als ik de huidige tijd vergelijk met het leven van mijn oma, denk ik wel dat hij daar gelijk in heeft. Er heerst momenteel wel een overduidelijke festivaldrang. Terwijl, het leven is niet alleen maar een feest. Als je dat beseft, hoef je ook niet zo te zeuren en te klagen over je bestaan. Er zijn nu wel heel veel mensen die elke dag tegen een professioneel iemand aan zitten te kakelen. Laatst vertelde iemand op een feestje dat het allemaal niet makkelijk was, en zei ik voor de grap: ‘misschien is daar wel een therapie voor.’ Niemand had door dat het een grapje was. Nog even en iedereen heeft een coach. Dat moeten ze lekker zelf weten, als therapie je helpt, ga je gang. Maar de frustratietolerantie van mensen wordt er niet beter op. Dat zie je ook aan het overgevoelige gedoe over welke grappen je wel en niet mag maken.”



“In ieder geintje zit een seintje”, Journaal-nieuwslezer Simone Weimans in De wereld draait door tegen Youp naar aanleiding van zijn gebruik van het woord ‘pisnicht’.

“Dat klopt. In elk geintje zit een seintje. Als iemand een grap over mij maakt, weet ik dat ik daar een beetje op moet letten. Maar ik vind het juist fijn als er geintjes worden gemaakt. Lachen ontspant, het scheelt de helft. Sommige mensen gaan dan roepen dat ik het homo’s daarmee heel moeilijk maak om uit de kast te komen. Ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar volgens mij is het niet zo moeilijk om in Nederland anno 2019 uit de kast te komen. Zelfs de kleine Van der Staaij kan zeggen: ‘Pappa, ik geloof dat ik niet op meisjes val.’ Dat zal voor de oude SGP’er Van der Staaij even wennen zijn, maar ik denk dat het ook in die kringen niet meer het ergste van het ergste is.

Er wordt erg veel gezeurd. O zwaar zeg, o ingewikkeld, o moeilijk. Mijn zoon werkt momenteel bij de radio, hij zit in de redactie van een ochtendprogramma en ’s morgens rijdt hij om 4 uur naar Hilversum. O mooi, denk ik dan, geen file. En dan is-ie om 10 uur lekker vrij. Je kunt ook overal de nadelen van inzien. Mijn kinderen zijn net als Debby en ik. Bij ons thuis wordt veel met humor opgelost. Als er een kleintje begon te zeuren, zei ik: ‘Ja, het is wat, jij hebt het zwaar. O, moet je helemaal je kamer opruimen van mama. Dat is erg.’ Dat is een soort appeltaartgeur die in ons huis hangt. Het is zwaar als je een kind verliest of als een dierbare ziek wordt. Met die mensen heb ik medelijden en al het andere, zoek het uit. Maar ik denk dat iedereen zo langzamerhand wel een beetje uit-getherapiet, uit-getut en uit-geyoga’d is. Ik ben er in elk geval klaar mee.”



“Femke zei: ‘Ik wil dat je terugkomt.’ Dat heb ik niet gedaan. Ik ben nog 12 dagen in Bangkok gebleven. […] ik heb gedacht, ik zie wel wat ik straks aantref thuis” - Robert Oey, partner van Femke Halsema, in NRC Handelsblad.

“Dat had ik niet in de krant gezegd, dat had ik lekker voor mezelf gehouden. Ik dacht wel: niet aardig, om in Bangkok te blijven als je zoon is opgepakt en je vrouw vraagt of je naar huis wilt komen. Maar dat is hun huwelijk, dat moeten zij uitvechten. Alle huwelijken zijn anders. Overal speelt wel eens wat. Tussen Debby en mij ook. Maar daarover ga ik niet in NRC Handelsblad vertellen.”



“Elke kansrijke liefdesrelatie start bij het gedeelde inzicht dat je beiden in de basis gek bent” - de Britse filosoof Alain de Botton.

“Die uitspraak zit vrij dicht bij de waarheid. Op onze eigen manier zijn we allemaal gestoord. Gestoord door opvoeding, gestoord door religie, gestoord door ouders die ook weer gestoord waren. Ik denk dat dat misschien wel de kern is van waarom je bij elkaar bent. Ik was afgelopen juli een maand lang met Debby op de bonnefooi naar Frankrijk. Ik kan met mijn vrouw, die ik al 40 jaar ken, zo verschrikkelijk goed in een auto zitten, zo veel kilometers rijden en zo hard muziek draaien. Er zit een geaccepteerde gestoordheid tussen ons. Ik vind bepaalde dingen van mijn vrouw ontiegelijk leuk, die maken mij nog altijd heel verliefd op haar omdat ze zo Debby zijn.

Mijn gekte is dat ik een beetje manisch ben. Qua dingen kopen, qua feest maken, qua grote diners geven, qua op een gegeven moment het hele café vrijhouden. Bijna alle grote aankopen zijn in een manische impuls gegaan. Zo heb ik ze ook weer weggedaan. Ik heb zomaar, van het ene moment op het andere, een huisje in Italië gekocht - en acht jaar later ook ineens weer verkocht. Zonder sentiment. Dan ben ik er opeens helemaal klaar mee. Boem, weg. Iedereen mocht erin. Ging opeens iemand er iets over zeggen, terwijl hij er verdorie 3 weken gratis in zat! Krijgen we dit gezeur, dacht ik? ‘We verkopen het’, zei ik tegen Debby.

Zo gaan we nu ook weer verhuizen, van het Vondelpark naar een huis aan de gracht, midden in de stad. Andere mensen denken daar heel lang over na, voor mij is dat een impulsaankoop. Zo gaat dat bij veel dingen. Een aantal jaar geleden kochten we een bank die mijn vrouw mooi vond. Een enorme grote, dure bank. Hij werd thuisbezorgd en toen ik binnenkwam zei ik: ‘Is dit serieus?’ Vervolgens kwam er een vriendin langs, die zei: ‘Wat een mooie bank.’ ‘Meenemen?’, zei ik. Nu staat-ie bij haar. Debby krijgt dan ontzettend de slappe lach. Wij zijn 2 onafhankelijke idioten die heel gelukkig bij elkaar zitten wezen.”



“Debby is 58, heeft 2 grijze haren, er wordt niet gebotoxt en er is geen gevecht tegen de ouderdom. Deb en ik worden gewoon samen oud met een grote glimlach” - Youp van ’t Hek in Libelle, 2014.

“Debby is inmiddels 63 heeft nu 3 grijze haren. Ze is een ontiegelijke mazzelaar, echt jaloersmakend. Ze kan eten en drinken wat ze wil, zonder dat er een grammetje bijkomt. Het is en blijft een beeldschone vrouw, zonder dat ze ooit zelf heeft gedacht: wat ben ik een mooie vrouw. Dat heb ik destijds, op mijn 16de , wel heel goed gezien. Mijn vrienden trouwens ook. Die zagen haar en zeiden: ‘Hoe kom jij daaraan?”



“Het is lastig om mijn imago te keren. Wat ik moeilijk vind is als mensen oordelen, terwijl ze je niet persoonlijk kennen. Ik zit zo niet in elkaar, ik oordeel pas over iemand als ik iemand zelf heb ontmoet” - Wendy van Dijk in De perstribune op NPO Radio 1.

“Ik heb Wendy inmiddels ontmoet en ik moet zeggen: ik vind het een ontzettend grote schat. Maar als ik haar zie kirren hoe blij ze de hele dag is, en hoe leuk ze is, dan krijg ik daar wel onbedaarlijke jeuk van. Dat krijg ik van alle BN’ers, die op social media voortdurend bezig zijn zichzelf met hun kinderen in de Efteling, in het pannenkoekenhuis, bij de poffertjeskraam en langs het hockeyveld te laten zien. Helemaal als ze hun kind een autootje voor de verjaardag gaan geven en dat ook weer gaan delen met hun aanhang. Jongens, houd eens op! Ik vind dat ik daar heel veel grapjes over mag maken. Dat zal ik ook mijn leven lang blijven doen. Wendy had laatst allemaal negatieve tweets over Chantal Janzen geliked en daarna riep ze: ‘Ik denk dat ik gehackt ben.’ Toen heb ik ook in mijn column geschreven over Wendy van ‘t Hack.”



“Het is half 12, we gaan wijnen!” - Martien Meiland in Chateau Meiland, dé kijkcijferhit van 2019.

“Je komt geen dag meer door het leven zonder dat Martien Meiland voorbijkomt. Wat betreft het wijnen, ben ik zelf wel veranderd. Toen ik 4 jaar geleden 6 bypasses kreeg, dacht ik: nu moet ik kiezen, wil ik door? Wil ik blijven spelen? Oké, maar dan moet ik meer aan mijn gezondheid denken. Ik deed in elke stad het licht uit, en als ik thuiskwam bij mijn vrouw Debby ging er nog een flesje open bij de open haard. Vroeger baalden mijn kinderen daarvan. ‘Papa, altijd als ik dronken thuiskom, ben jij nog wakker. Alle ouders slapen, en jullie zitten nog te praten. Vervolgens moet ik altijd nog vertellen hoe de avond was. Ga weg, ik wil gewoon naar bed.’

Na die operatie kon ik de eerste maanden sowieso niks, daarna ben ik weer gaan spelen, maar helemaal de oude wordt je niet. Dat is ook gewoon mijn leeftijd. Ik zei laatst tegen mijn arts dat ik na de voorstelling wel wat vermoeider was dan vroeger. ‘Ja,’ zei hij, ‘je hebt een zware operatie gehad. Maar Van ‘t Hek, je bent ook gewoon 65, hè?’ Dat voel ik ook. Ik sport nu 2 keer per week in plaats van één keer. Onder leiding van een deskundige meneer. Die buigt me dubbel en laat me van die cardiodingen doen.”



‘Vader worden is een gunst, vader zijn een grote kunst’ - tegeltjeswijsheid.

“Ik vind vader zijn geen kunst. Ik heb 3 onbedaarlijk leuke kinderen. Dat heb ik vooral te danken aan mijn vrouw Debby. Zij heeft met heel veel zorg alle 3 de kinderen opgevoed en aandacht gegeven. Meer dan ik. Ik ben heel veel niet thuis geweest. Wel was ik altijd telefonisch bereikbaar, en mijn kinderen zijn veel mee geweest naar het theater. Ze hebben ook veel lol aan mijn werk beleefd. Ik geloof niet dat ik als vader tekortgeschoten ben. Alleen de echte opvoeding, het echte huiswerk maken, Donald Duckjes lezen, en aspirientjes erin gooien als ze ziek zijn, is allemaal door Debby gedaan. Als er nu echt iets is met de kinderen, bellen ze haar. Maar ze bellen mij ook wel voor overleg. ‘Papa, dit is gebeurd, wat moet ik doen?’ Gewoon het normale advies waar ik mijn vader vroeger ook wel eens voor belde.

Ik vind het heel leuk om vader en grootvader te zijn. Mijn jongste is nu 29 dus ik heb er helemaal niks meer mee te maken. Dat heb ik ook van mijn vader geleerd, me nergens ongevraagd mee bemoeien. Als mijn dochter haar kind volstopt met 381 Nintendo’s, dan hoor je mij niet. Mijn vader heeft ook nooit een opmerking over de keuzes van de partners van zijn kinderen gemaakt. Dat doe ik ook niet. Dat is ook eenvoudig want onze 3 kinderen hebben alledrie iemand met wie zowel mijn vrouw als ik zielstevreden zijn.”



“Ik was een soort waxinelichtje dat langzaam uit ging” - Youp van ’t Hek in Volkskrant magazine, 2016.

“Het leven werd raar en zwaar omdat ik me gewoon niet goed voelde. 3,5 jaar lang had ik het gevoel dat ik de hele wereld door glas in lood bekeek. Bij elk feestje waarvoor ik werd uitgenodigd, dacht ik: moet dat? Ik was zó moe, maar de artsen konden niets vinden. Daar word je niet vrolijker van. Totdat uiteindelijk bleek dat er 6 bypasses moesten worden gemaakt. Dat heeft zeer louterend gewerkt, je beseft hoe weinig het had gescheeld en je was er niet meer geweest. Ik ben er niet sentimenteler op geworden, ik was al redelijk sentimenteel. Naarmate je ouder wordt, wordt dat er niet minder op. Ik kan een uur met mijn kleindochter praten, zij is 3 en ik 66, en dan mag ze mij echt het hele leven nog een keer uitleggen. Dat kan me niet lang genoeg duren. Vooral in dat gebroken brabbeltaaltje, geweldig. Je realiseert je dat het over 20 jaar gewoon klaar is. Je tijd wordt korter.

Nu we weer naar een ander huis gaan, zit ik ook de denken: dat zou wel eens ons laatste huis kunnen worden. Ik kwam vorige week bij een jonge gozer thuis die zijn huis spectaculair had verbouwd. 20 jaar geleden had ik dat meteen ook met ons huis gedaan, maar ja, je schuift op in je denken met de tijd. Wil je nog zo’n lange verbouwing in de tijd die je nog hebt? Datzelfde geldt voor mijn werk. Ik ga nu een serie voorstellingen in Carré spelen en dan denk ik soms ook: zou dat mijn laatste zijn? Ik heb een heel oude Charles Aznavour gezien, zelfs het woord She moest hij nog van de autocue lezen. Dat was pijnlijk. Ik wil op tijd weg zijn. Daarmee voorkom je ook dat je je tournee moet afbreken door een tia of een hartdingetje.”



Niemand weet hoe laat het is, dus moeten we dansen, moeten we vrijen, moeten we lachen en drinken vol vuur - Youp van ’t Hek, in zijn voorstellingen.

“Na mijn hartoperatie ben ik dat liedje weer gaan zingen en ik zing het nog steeds elke avond als toegift. Het is niet zozeer dat ik daarmee bedoel dat je heel uitbundig moet gaan leven, als wel dat je niet zo moet zeiken. Geniet nou maar, zie het positieve. Leef en heb het leuk!”



Meer Youp

Youp van ’t Hek werd in 1954 geboren in Naarden. Hij was de 7e van 8 kinderen. Op zijn 12de wilde hij al cabaretier worden. Toen hij 17 was, veranderde hij zijn naam Joep in Youp en richtte Cabaret Nar op, waarmee samen met zijn latere echtgenote Debby Petter optrad. Zij verliet de groep in 1976, wat ook een tijdelijke breuk met Youp betekende. 10 jaar later – Debby was inmiddels moeder van een dochter – kwamen de 2 alsnog bij elkaar en kregen ze samen nog 2 kinderen. Momenteel toert Youp door het land met 'Met de kennis van nu'. In 2020 verzorgt hij – voor de 10de en allerlaatste keer - de Oudejaarsconference op NPO1.



Interview: Nathalie Huigsloot. Fotografie: Petronellanitta